Klik hier om het volledige fotoalbum te bekijken
Video-verslag abdijbezinning Chimay (Abbaye De Scourmont):
Video-verslag abdijbezinning Brugge:
Enkele poëtische impressies van de leerlingen:
Zo stil
Dat de gangen doorkruisen
klinkt als een volksverhuizing
Ik ga de kerk binnen
De warme zangen beginnen
Ze doorklieven de stilte
En vernietigen de kilte
Het is als een feest
Voor de Heilige Geest,
Christus en God
De heilige triniteit
Vrij van tijd
Bepaalt de plot
De zangen doven uit
Het laatste geluid
Als na een storm
Keert de stilte weer
Zo stil
–
7 uur
De krasse klok, geluid door het gewaad, galmend door de gangen. Mijn buur bonkt mijn deur bijna dood. Vallend uit mijn houterige nest, broek aan naar de mis maar waar is de rest?
Zittend in de mis chaotische stilte soms verstoord door gemeier en gemekker en enigmatische liederen die door ieder worden gescandeerd, diep ingesleten in de ziel zo zijn deze.
Tijd voor een boswandeling ijzig door de bergen hoog door de wind. Schuifelend over takken slakend zuchten en innerlijke rust.
Alledaags banaal bidden heel dag door . Dien avond staat recht en buigt zich over ons. ’t Wordt duister en d’ oude uilen krassen ons korzelig naar de mis.
Daarna manillen in de stilte. En ’t late uur ligt voor het haardvuur slapend verzonken en dromend over de winst van voldoening en is puur. De haan kraait en dan slaat de krasse klok weer zeven keer een uur, maar wij hebben Jezus nog lang niet verloochend…
–
Het leven ging zijn gewone gang
Trein sporend door Vlaamsche vlakke velden
Rugzakken trekkend door Waalsche wakkige bossen
Daar stond een klooster, simpel in zijn éénvoud.
Sober. Somber. Onopvallend Het leven stopte
Zielen zonderden zich af in kale dagen, denkend aan niks
Nooit waren dagen zo kaal Zielen werden één met boom en plant
Nooit waren zielen zo schoon
Rugzakken trekkend door Waalsche wakkige bossen
Trein sporend door Vlaamsche vlakke velden
Het leven ging zijn gewone gang
–
Mis
Een wuivend wit gewaad
zweeft sereen de hoek om
hij waggelt de witte kerk in
gaat zitten en luistert
naar de stilte en de kale muren
De kerk is hoog en maakt me bang
De gang galmt en maakt me kalm
Ik zie Jezus en hij ziet mij
Hij hing er wat scheef en triestig bij
Ik zat ook naast god, hij droeg een baard en pij
Als ik nu aan tafel ben
en hoor dat de stilte door klengende potten doorbroken wordt
en er zich een geur verspreidt
die enkel die van een eetzaal kan zijn
en er geen woorden hoeven gesproken te worden
omdat iedereen weet
dat onze blikken en honger meer zeggen,
bedenk ik mij dat dit er toch toe doet.
Dat dit vreemde leven
even vreemd als het onze is
En eerder wij de mis
dan zij betekenis missen.
Bomen wuiven naar mijn kamerraam
Ik zwaai hen terug als een kind
Gedachten bonken tegen mijn bovenkamer aan
Ik ben alleen en voel me niet zo
ik adem verse lucht en
staar naar frisse ochtendwolken
en ik denk bij mezelf
dat ik dat nu al een beetje mis.