Op dinsdag 24 mei trokken de vijfdejaars van SJC naar de Westhoek in het kader van de lessen geschiedenis om er de stille getuigen van de Eerste Wereldoorlog te bezoeken. Verspreid over Poperinge, Passendale, Ieper en Diksmuide trokken ze per fiets door de velden om er stil te staan bij de littekens die de oorlog heeft nagelaten. Op Lone Tree Cemetery, op Tyne Cot Cemetery, op Essex Farm Cemetery of in Vladslo: overal zagen ze de “duizend en duizend soldaten” die in datzelfde landschap hun leven lieten.
Een half miljoen soldaten zou gewond, vermist of gesneuveld zijn in de Westhoek. Het is zo’n groot aantal dat het moeilijk is om je daar nog iets bij voor te stellen. De lokale gidsen slaagden er wonderwel in om via de verhalen van enkele gesneuvelden ons te tonen wat voor impact de oorlog had op een generatie. De leerlingen waren zichtbaar onder de indruk van het engagement van de gidsen, waarvan velen enkele graven hadden ‘geadopteerd’. Via opzoekwerk reconstrueerden ze hun levensloop en legden ze contact met de nabestaanden. Elk jaar brengen ze dan hulde, in hun eentje, aan het graf van een soldaat die ze nooit gekend hebben.
Door te fietsen door het landschap kregen de leerlingen goed zicht op de minieme oppervlakte waar zo veel jonge mannen hun leven voor lieten. Sommige groepen trotseerden op de fiets de regen en konden zich op die manier ongetwijfeld nog beter inbeelden welke ontberingen de jonge soldaten leden aan het front.
Tijdens de uitstap geen klassieke invulblaadjes, maar wel een creatieve opdracht: de leerlingen maakten in groep een foto- en videomontage waarin ze aan de hand van zelfgemaakt beeldmateriaal uitleggen wat ze hebben bijgeleerd en wat hen is bijgebleven. Aan de gesprekken nadien te horen, was het een boeiende én beklijvende uitstap.